vrijdag 2 september 2011

Komt dat zien!

Voor het kerkje bleven we staan en Seb viste een rood met gele bal uit zijn diepe broekzak. Hij keek naar de bal en vervolgens naar de lucht. Even keek hij om zich heen en inderdaad, daar bleven de eerste mensen staan, nieuwsgierig naar wat er zou gaan gebeuren. Opnieuw keek hij naar de bal en de lucht. Toen bukte hij diep en gooide de bal hoog in de lucht. Iedereen volgde de bal, behalve Seb. Hij keek met een grote lach naar de mensen en stak zijn rechterhand de lucht in. De bal viel echter vlak naast zijn hand, boven op zijn hoofd. Van onder zijn petje klonk het: Pèèèèèp!
Iedereen lachte. Seb raapte de bal van de grond en zocht oogcontact met een meisje dat daar stond te kijken. Hij zei niets, maar met zijn gebaren beeldde hij uit dat het de bedoeling was dat zij de bal op moest vangen. Met grote ogen en open handen alsof het een krokodillenbek was ging het meisje klaarstaan. Seb gooide de bal in een boogje en nadat ze de bal gevangen had, kreeg ze van hem applaus. De omstanders klapten mee. Seb ging nu precies zo staan zoals het meisje stond toen ze de bal op wilde vangen, maar dan een beetje overdrevener. Hij sperde zijn ogen wijd open en krokodilbekte zijn handen.
 Zijn knieën trilden van de spanning. Het meisje gooide, maar toen Seb de bal opving, had hij opeens drie ballen, waarmee hij stond te jongleren. Hij deed het een beetje klungelig, zodat hij steeds een paar stappen naar voren of opzij moest springen om de bal te pakken. Hij maakte er een mooie show van en het lukte hem om een grote kring toeschouwers om zich heen te verzamelen. Dat was ook precies wat de bedoeling was.

“Hooggeëerd publiek, dames en heren, jongens en meisjes, mag ik uw aandacht voor een heel bijzondere artiest. Ik wil u voorstellen aan... Cristoffel de ezel!”
Hij wenkte mij om erbij te komen. “Cristoffel is geen gewone ezel. Hij heeft een bijzondere gave. Wie op zijn rug komt zitten, wordt door hem gewogen.” Uit zijn andere broekzak diepte hij een rol papier op. Hij rolde het uit en maakte het vast aan het hek. Op het papier stonden getallen. 10, 20, 30 tot en met 100. Tussen de getallen in was steeds wat wit overgelaten.
“Voilà. En nu...” Hij keek de kring rond. “Jongeman,” en hij liep naar een jongetje van een jaar of zeven, stak zijn hand weer diep in zijn broekzak, haalde er een rode clownsneus uit, bukte voor de jongen en zette hem de neus op. “Kom,” zei hij, en zonder enige aarzeling volgde het jongetje hem naar de ezel. Zijn moeder ging met hem mee en zette hem er bovenop.
“Jongen, hoe heet jij?” vroeg Seb hem.
“Brian,” zei de jongen.
“En, zit je goed, Brian?” Hij knikte stoer van ja.
“ Okee dan. Dames en heren, jongens en meisjes, dit hebt u nog nooit gezien. Cristoffel de ezel gaat wegen hoe zwaar Brian is.”
Hij haalde uit zijn zak - wat zat daar allemaal niet in - een stift, deed die in de bek van de ezel en pakte het touw vast.
“Een beetje aan de kant, alstublieft, want Cristoffel moet eerst even een beetje lopen om goed te kunnen wegen.”
Na een rondje liep de ezel linea recta op het papier af en zette met de stift in zijn bek een streepje, vlak na de 20.
“Brian, volgens Cristoffel weeg jij 21 kilo. Klopt dat?”
Brian haalde zijn schouders op, maar zijn moeder knikte. “Hoe is het mogelijk. Toevallig heb ik hem gisteren nog gewogen. Inderdaad: 21 kilo.”
“Applaus voor Cristoffel!”
Het publiek klapte, eigenlijk wat ongelovig. Ze dachten natuurlijk dat het doorgestoken kaart was. Dat dacht ik eigenlijk ook. De moeder van Brian haalde hem er weer vanaf en wilde weglopen, maar daar stak Seb een stokje voor.
“En mevrouw, moeder van Brian, zou u het aandurven?”
“O, nee hoor, mij niet gezien. Straks... eh... straks... gaat die ezel nog door z’n rug.”
De mensen lachten, want deze mevrouw was inderdaad niet een van de slanksten.
“Ach mevrouw, zo zwaar bent u toch niet? En bovendien, Cristoffel is een sterke ezel.”
“Nee hoor, geen haar op mijn hoofd die eraan denkt,” en ze wilde snel weglopen, omdat iedereen naar haar keek, waardoor ze zich alleen maar ongemakkelijk voelde.

Toen haalde Seb uit zijn broekzak-vol-geheimen een briefje van twintig euro tevoorschijn.
“Ik weet het goed gemaakt. Als Cristoffel het niet goed raadt, krijgt u van mij deze twintig euro.”
Je zag de vrouw denken: die ezel heeft mijn zoontje goed geraden, dus wie weet raadt hij mij ook goed. Maar dan zeg ik gewoon dat het niet klopt, incasseer het geld en klaar is Kees.
“Okee, ik doe het,” zei ze tegen Seb.
Ze ging met wat moeite op de ezel zitten en na een klein rondje liep Cristoffel naar het papier aan het hek. De vrouw hield haar adem en haar buik in, alsof ze daar lichter van zou worden. Met zijn stift zette hij een streepje vlak voor de zeventig.
“Mevrouw, volgens Cristoffel weegt u negenenzestig kilo. Mag ik u vragen, klopt dat?”
Zij liep in haar gezicht een beetje rood aan, maar om haar mond verscheen een glimlach.
“Ja, dat klopt. Dankjewel.” Vrolijk pakte ze de hand van haar zoontje en liep parmantig dwars door de rijen toeschouwers de winkelstraat weer in. Iedereen keek naar haar, maar dat vond ze nu niet erg meer.

“Hooggeëerd publiek,” sprak Seb de mensen weer toe. Nog veel meer wonderen en kunsten voor jong en oud, vanavond bij circus Vijfmorgenland. Folders hier en kaarten bij de kassa.
Zo gingen we van plek naar plek in het stadje en steeds lukte het Seb om een grote groep mensen om zich heen te verzamelen en ze een kwartier later vrolijker te laten zijn dan ze een kwartier daarvoor waren. Mij deed het ook goed om Seb en die lachende mensen te zien, dat ik er verder niet aan dacht te vluchten. Vanavond zou ik mijn kans grijpen. Daar had ik me nu bij neergelegd.

“Kom, zei Seb, “het is genoeg geweest. We gaan weer terug.”
We liepen dezelfde weg terug als we heen waren gekomen.
“Hoe doe je dat eigenlijk,” vroeg ik hem.
“Hoe bedoel je?”
“Nou, met die ezel. Hoe laat je hem het juiste gewicht aanstrepen?”
“Wil je het echt weten?”
“Ja.”
“Ik weet niet of je hier al helemaal klaar voor bent. Maar goed, ik zal een tipje van de sluier oplichten.” En midden op het weggetje waar toch geen verkeer langskwam bleef hij staan.
“Kijk, soms is het een truc en soms niet. Mensen die te zwaar zijn of die zichzelf te zwaar vinden, genieten ervan om met al die mensen die meekijken te horen dat ze lichter zijn dan ze zijn. Bij die mensen is Cristoffel dus gewoon tactisch, terwijl die mensen dan niet zo snel zullen zeggen dat ze eigenlijk vijftien kilo zwaarder zijn. Zij blij, wij blij, iedereen blij.”
“Okee, slim, maar met die kinderen, daar was het steeds precies goed gegokt.”
“Gegokt? Niks gegokt. Cristoffel weet gewoon wat iemand weegt.”
“Ja, maar hoe...”
“Ik zei je toch, hij is een weegezel.” Seb lachte en gaf het beest een paar vriendelijke klappen op zijn rug.
“Je houdt me voor de gek. Natuurlijk is er een trucje.” Ik kon er niet tegen dat ik het niet begreep. Keer op keer zag ik het gebeuren en steeds lette ik goed op of Seb iets bijzonders deed. Maar niks hoor.
“Kom op, vertel op, wat doe je? Of heb je ook nog een of ander weegschaaltje in die grote broekzak van je zitten.”
“Nathan, je moet me geloven, hij weegt echt.”
“Ach, ga toch fietsen” en ik liep door.
Seb en Cristoffel kwamen achter me aan. Zo liepen we een stuk door zonder een woord te zeggen. Toen het circusterrein alweer in zicht was, zei Seb “weet je wat, ik zal het je bewijzen. Weet je hoeveel je weegt?”
“Ja, ongeveer.”
Seb legde de meetrol op de grond voor ons en stak een stift in de bek van de ezel.”
“Ga maar zitten.”
“Ja, en dan ga jij ondertussen vast seintjes of zo geven aan die ezel.”
“Speciaal voor jou, mijn hooggeëerd publiek, speciaal voor jou zal ik mij omdraaien en mijn handen in mijn zakken steken. Of ben je bang dat ik seintjes geef door met mijn billen te schudden...”
Ik ging akkoord. Seb draaide zich om en stak zijn armen hoog in de lucht. Ik klom op de rug van Cristoffel. Het zou mij benieuwen. Net als in de stad begon hij een rondje te lopen. Maar het gekke was, hij liep ontzettend langzaam. Met moeite zette hij zijn ene poot voor de andere. Na een half rondje stond hij stil en langzaam zakte hij door zijn trillende poten heen. De stift viel uit zijn bek, en ook zijn tong.”
“Seb, wat is er met dat beest aan de hand!”
Seb draaide zich om.
“Kom eraf, snel. Je bent te zwaar voor hem.”
Ik klom van de ezel af.
“Ik te zwaar? Wat is dat voor onzin. Ik ben toch niet zwaarder dan die moeders en vader die er vanmiddag op zaten?”
“Blijkbaar wel. Blijkbaar draag jij iets heel zwaars met je mee.”
“Ach ja, vergeten mijn rugzak af te doen.” En ik deed net of ik een rugzak afdeed die ik helemaal niet om had. “Zo, dat is een stuk beter.”
“Nathan, je maakt een grapje en je weet: ik ben dol op grapjes, maar dit is serieus: jij draagt iets heel zwaars met je mee.
“Maar...”
“Luister. Cristoffel weegt niet, maar hij weet.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten